Vergeten ambachten

Voor veel mensen klinkt “oude ambachten” naar het Streekmuseum, vol met zwart-wit foto´s van klompenmakers, wevers, glasblazers en boekdrukkers. Mensen hebben dan vaak ook geen flauw idee wat ze zich moeten voorstellen bij een hoedenmaker. Sommigen denken dat we een werkplaats vol machines hebben, sommigen denken dat we in ons atelier barokke creaties naaien voor Prinsjesdag. Beiden hebben ze ongelijk.

Het is logisch dat veel mensen niet meer weten hoe hoeden gemaakt worden. Europa kent een lange traditie als het gaat om kennis op het gebied van modeproductie, maar door het verschuiven van handwerk naar fabrieken en daarna door het verschuiven van deze fabrieken naar andere continenten raakten we veel van deze kennis langzaam kwijt. Zelfs fervente hoedendragers dragen vaak geen handgemaakte hoed, maar een fabrieksmatig gemaakte hoed waar nauwelijks nog handwerk aan te pas komt.

Bewust hebben we onze hoedenwerkplaats zo ingericht dat het lijkt alsof je in een tijdmachine stapt. Bijna al onze kennis en bijna al ons hoedenmakersgereedschap (hoedenmallen, hoedenspanners/hoedenrekkers) komen uit het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. We hoeven niet meer bij kaarslicht te werken en ons strijkijzer werkt op stroom in plaats van kolen, maar voor de rest is de techniek van hoeden maken grotendeels hetzelfde gebleven.  

We zijn lang niet de enige redders van een beroep dat met uitsterven bedreigd wordt. Langzaamaan komt de herwaardering van ambachten terug en is er opnieuw behoefte aan ambachtslieden op topniveau. Hoewel op minder grote schaal blijft er vraag naar vakkennis, naar specialisten die de stof van het erfgoed blazen en deze voorzichtig introduceren in de éénentwintigste eeuw.  

MALEZA